Meer gebruik van de edge, co-locatieaanbieders belangrijk voor ontwikkelingen
Breda, Nederland [4 dec. 2017] – Het moderne datacenter zal kernfaciliteiten naadloos integreren met een intelligentere, bedrijfskritische rand van het netwerk. Deze Gen 4 datacenters komen steeds meer op en zijn tegen 2020 de standaard voor IT-netwerken. De opkomst van dit edge-afhankelijke datacenter is een van de vijf datacentertrends van 2018 die door een internationaal panel van Vertiv-experts, voorheen bekend als Emerson Network Power, zijn vastgesteld.
“Toenemende datavolumes, voornamelijk veroorzaakt door verbonden apparaten, hebben ervoor gezorgd dat bedrijven opnieuw naar hun IT-infrastructuren zijn gaan kijken om te kunnen voldoen aan de steeds hogere eisen van klanten”, zegt Giordano Albertazzi, president van Vertiv in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. “Hoewel bedrijven verschillende kanten op kunnen om hierop in te spelen, kiezen veel toonaangevende IT-bedrijven ervoor om hun faciliteiten dichter naar de eindgebruiker, of naar de rand van het netwerk, te verplaatsen. Welke benadering bedrijven ook kiezen, snelheid en consistente dienstverlening tijdens deze fase zullen voor de consument de meest aantrekkelijke oplossing vormen.”
Eerdere voorspellingen van Vertiv stelden onder andere trends vast op het gebied van de cloud, geïntegreerde systemen en infrastructuurbeveiliging. Hieronder staan vijf trends waarvan wordt verwacht dat deze in 2018 van invloed zullen zijn op het datacenter-ecosysteem:
1. Opkomst van het Gen 4 datacenter: of het nu gaat om traditionele IT-kasten of een microdatacenter van 1.500 vierkante meter, organisaties maken steeds meer gebruik van de rand van het netwerk. Het Gen 4 datacenter integreert de rand en de kern op holistische en harmonieuze wijze door deze nieuwe architecturen achter simpele, gedistribueerde netwerken te plaatsen.
Dit gebeurt met innovatieve architecturen die nagenoeg in realtime capaciteit leveren in schaalbare, economische modules die gebruikmaken van geoptimaliseerde koeloplossingen, voedingen met hoge dichtheid, lithium-ionbatterijen en geavanceerde PDU’s. Geavanceerde monitoring- en beheertechnologieën brengen alles samen, waardoor honderden of zelfs duizenden gedistribueerde IT-knooppunten tegelijkertijd kunnen werken om de latency en kosten vooraf te verminderen, de bezettingsgraad te verhogen, de complexiteit te verminderen en organisaties in staat te stellen om met het netwerk verbonden IT-capaciteit toe te voegen waar en wanneer dat nodig is.
2. Cloudaanbieders stappen over op co-locatie: de cloud is inmiddels zo populair geworden dat cloudaanbieders in veel gevallen de vraag naar capaciteit niet kunnen bijbenen. In werkelijkheid zouden sommigen van hen dit liever niet eens proberen. Ze focussen zich liever op het verlenen van een goede service en op andere prioriteiten dan op het bouwen van nieuwe datacenters en richten zich vervolgens tot co-locatieaanbieders om aan de vraag naar capaciteit te kunnen voldoen.
Met hun focus op efficiëntie en schaalbaarheid kunnen co-locatieaanbieders snel tegemoet komen aan de vraag, terwijl de kosten omlaag gaan. De opkomst van co-locatiefaciliteiten stelt cloudaanbieders ook in staat om co-locatiepartners te kiezen op locaties die passen bij de eisen van de eindgebruiker, waarbij ze dienst doen als faciliteiten aan de rand van het netwerk. Co-locatieaanbieders spelen hierop in door delen van hun datacenters beschikbaar te stellen voor clouddiensten of door complete ‘build-to-suit’-faciliteiten aan te bieden.
3. Het middelgrote datacenter opnieuw vormgeven: het is geen geheim dat de grootste groei op de datacentermarkt te zien is bij locaties van grote omvang (voornamelijk cloud- of co-locatieaanbieders) en aan de rand van het netwerk. Door deze groei in co-locatie- en cloudresources hebben traditionele datacenteraanbieders nu de mogelijkheid om hun faciliteiten en resources, die essentieel blijven voor lokale activiteiten, opnieuw vorm te geven.
Organisaties met meerdere datacenters zullen hun interne IT-resources blijven consolideren, waarschijnlijk door zo veel mogelijk over te zetten naar de cloud of naar een co-locatiefaciliteit en tevens in te krimpen en te kiezen voor configuraties die snel geïmplementeerd en aangepast kunnen worden. Deze nieuwe locaties zullen kleiner, maar ook efficiënter en veiliger zijn en gekenmerkt worden door een hoge beschikbaarheid – in lijn met de bedrijfskritische aard van de gegevens die deze organisaties moeten beschermen.
In delen van de wereld waar nog niet zo veel gebruik wordt gemaakt van de cloud en van co-locatie, zijn naar verwachting hybride cloudarchitecturen de volgende stap. Deze combineren veiligere eigen IT-resources met een particuliere of openbare cloud om zo kosten te besparen en risico’s te beheersen.
4. (Eindelijk) hogere dichtheid: de datacentercommunity voorspelde de afgelopen tien jaar al een piek in de vermogensdichtheid van racks, maar deze toename was slechts marginaal. Daar komt nu verandering in. Hoewel dichtheden onder de 10 kW per rack de norm blijven, zijn installaties van 15 kW niet ongewoon in locaties van grote omvang, en sommige gaan al langzaam richting de 25 kW.
Waarom nu? De invoering en het wijdverbreide gebruik van in hoge mate geconvergeerde computersystemen is de voornaamste reden. Voor co-locatieaanbieders is ruimte in hun faciliteiten een belangrijke factor en hoge rackdichtheden kunnen meer opleveren. Bovendien kunnen de energiebesparingsmogelijkheden in server- en chiptechnologieën de onvermijdelijke introductie van hoge dichtheden slechts voor bepaalde tijd uitstellen. Er zijn echter redenen om aan te nemen dat een grootschalige verschuiving richting hogere dichtheden meer op een langzame mars dan op een snelle sprint zal lijken. Aanzienlijk hogere dichtheden kunnen de vormfactor van een datacenter in hoge mate veranderen – van de stroomvoorzieningsinfrastructuur tot de manier waarop organisaties omgevingen met hogere dichtheden koelen. Hoge dichtheden komen op, maar waarschijnlijk pas vanaf eind 2018.
5. De wereld reageert op edge : naarmate steeds meer bedrijven hun computersystemen naar de rand van hun netwerken verplaatsen, is een kritische evaluatie nodig van de faciliteiten die deze resources aan de rand van het netwerk huisvesten en van de beveiliging en het eigendom van de daar opgeslagen gegevens. Dit omvat het ontwerp, de constructie en de beveiliging, zowel fysiek als mechanisch, van faciliteiten aan de rand van het netwerk en complexe vraagstukken over het eigendom van de gegevens. Overheden en regelgevende instanties over de hele wereld zullen steeds meer te maken krijgen met deze uitdagingen en zullen hierop moeten inspelen.
Gegevens over de wereld verplaatsen naar de cloud of een kernfaciliteit en weer terug voor analyse is te langzaam en omslachtig. Daarom bevinden steeds meer dataclusters en analysefuncties zich aan de rand van het netwerk – een rand die in andere plaatsen of landen is gevestigd dan het eigenlijke bedrijf. Wie is de eigenaar van die gegevens en wat mag de eigenaar met deze gegevens doen? Hierover wordt al uitvoerig gesproken, maar in 2018 zullen deze discussies resulteren in antwoorden en maatregelen.
Ga voor meer informatie over deze trends en andere inzichten van de experts van Vertiv naar www.Vertiv.nl.
Over Vertiv
Vertiv ontwerpt, bouwt en onderhoudt bedrijfskritische infrastructuur voor essentiële toepassingen in datacenters, communicatienetwerken en commerciële en industriële faciliteiten. Vertiv, voorheen bekend als Emerson Network Power, ondersteunt de groeiende mobiele en cloudcomputing-markt met een portfolio van stroom-, koelings- en infrastructuurbeheeroplossingen met de merken Chloride®, Liebert®, NetSure™ en Trellis™. De omzet in het boekjaar 2016 bedroeg $ 4,4 mld. Ga voor meer informatie naar Vertiv.nl.
Mediacontact
LVTPR
Eline Alberts / Marcel Klein
T +31 (0)30 65 65 070
E vertiv@lvtpr.com
